Misschien krijg je zelf nog niet met een negatieve rente te maken. De drempel van de meeste banken ligt bij een ton; ongeveer twee keer zoveel als het gemiddelde Nederlandse huishouden bij de bank geparkeerd heeft. Betaal je wel al negatieve rente of ga je negatieve rente betalen? Deze vijf tips helpen je op weg.

Tip 1: Staar je niet blind op negatieve rentes

Negatieve rentes maken de tongen los, maar ook de ongekend hoge inflatie helpt niet mee. Je saldo mag bij een nulrente dan wel ongewijzigd blijven, maar dit betekent niet dat de reële koopkracht niet daalt. Bij een jaarlijkse inflatie van 3% kun je van hetzelfde bedrag gemiddeld ieder jaar 3% minder kopen. Dit heeft een veel grotere impact dan een eventuele negatieve rente, maar een negatieve rente heeft vooral een sterke psychologische werking. Staar je dus niet blind op negatieve rentes en houd dit in je achterhoofd.

Tip 2: Geld overmaken tussen rekeningen

Ben je klant van de ABN AMRO? Zo ja, dan gaat deze tip niet voor jou werken. Zo nee, dan kun je simpelweg geld verschuiven tussen verschillende rekeningen bij dezelfde bank. De negatieve rente wordt door de ING en Rabobank, bijvoorbeeld, berekend per rekening. Zo kun je dus geld heen en weer schuiven tussen verschillende rekeningen. Wat je wel kunt doen als je een gezamenlijke rekening hebt: verschuif je persoonlijke spaargeld naar een gezamenlijke rekening. Saldi op zulke rekeningen tellen namelijk maar voor de helft mee bij het berekenen van je persoonlijke saldoklasse.

Zelfs als je op deze manier de negatieve rente weet te ontlopen, is het geen goed idee om veel meer dan € 100.000 bij dezelfde bank aan te houden. Het depositogarantiestelsel van Nederland (en alle andere Europese landen) heeft namelijk een dekkingslimiet van één ton.

Tip 3: Geld overmaken tussen Nederlandse banken

Een beter idee dan geld overmaken tussen verschillende rekeningen, is geld overmaken tussen verschillende banken. Je kunt vrij eenvoudig een spaar- of betaalrekening openen bij een andere bank. Dan hoef je alleen nog maar geld heen en weer te schuiven om onder de dekkingslimiet van het depositogarantiestelsel en de drempel voor negatieve rente bij vrijwel alle Nederlandse banken te blijven.

Tip 4: Geld parkeren in het buitenland

Misschien vind je geld opzijzetten in het buitenland een eng idee. Maar je hoeft je doorgaans niet al te druk te maken over de veiligheid van je spaargeld. Vooral niet als je in de EU spaart en een rekening in euro opent. Binnen de hele EU is je spaargeld namelijk beschermd, tot een limiet van € 100.000 of het equivalent in de lokale valuta. Dit is op EU-niveau afgesproken tussen de verschillende lidstaten. Mocht er iets gebeuren met de bank, dan grijpen deze systemen in. Sinds de invoering van de geharmoniseerde regels heeft geen enkele spaarder binnen de EU geld verloren onder deze limiet.

Een groot voordeel van sparen in het buitenland? Je ontvangt nog wel een mooie rente. Zo kun je het koopkrachtverlies door inflatie op z’n minst een beetje opvangen.

Tip 5: Zet je spaarbril af

Misschien een rare tip voor een spaarplatform, maar je kunt een deel van je spaargeld ook anders inzetten. Je hoeft niet meteen te gaan beleggen, maar kunt bijvoorbeeld ook een deel van je hypotheek aflossen (dit gaat wel ten koste van je hypotheekrenteaftrek). Of geef wat meer geld uit, nu je geld toch weinig oplevert. Zolang je een gezonde financiële buffer hebt, hoef je je niet direct zorgen te maken over je huishoudboekje. En als je toch besluit om te beleggen, kun je een groot deel bijvoorbeeld op een spaardeposito parkeren. Zo behaal je een vast rendement en kun je waardeschommelingen van de rest van je beleggingen opvangen.