Vorige week steeg witte rook op uit het torentje. Naast omvangrijke plannen die Nederland groener, eerlijker en toekomstgerichter moeten maken, lijkt nu ook het einde van fictief rendement in zicht. Ook gaat het heffingsvrij vermogen wederom flink omhoog. De eigen woning gaat niet naar Box 3. Dit betekent direct ook dat de hypotheekrenteaftrek als heilig huisje in Box 1 mag blijven.
We bekijken kort de verschillende maatregelen. Aan de hand van de plannen maken we een inschatting hoe de veranderingen uit kunnen pakken voor verschillende vermogens.
Belastingplannen Box 3 in 2022 en daarna
De vermogensrendementsheffing (‘spaartaks’) ligt al jaren onder vuur. Een van de voornaamste redenen? Dalende spaarrentes. Voor fiscaal jaar 2017 besloot de Belastingdienst het vaste forfaitair rendement van 4% los te laten. Sindsdien worden spaargeld en beleggingen verschillend belast.
Maar de schoen bleef wringen. Niet iedereen voelt zich prettig bij beleggen. En ondanks het feit dat het fictief rendement op spaargeld al jaren laag is, bleven ook spaarders belasting betalen. Omdat de Belastingdienst ervan uitgaat dat ook zij beleggen.
Deze aanname wordt in 2025 losgelaten. Het fictief rendement wordt dan afgeschaft, en reëel behaald rendement zal vanaf dan worden belast.
Om kleine spaarders nog verder tegemoet te komen, wordt het heffingsvrij vermogen al volgend jaar verhoogd naar € 80.000 (per fiscale partner). Ter vergelijking, voor 2020 lag deze vrijstelling op de spaartaks nog bij slechts € 30.846 / € 61.692.
De relatief eenvoudige aanpassing van het heffingsvrij vermogen wordt dus zo snel mogelijk doorgevoerd. De omstelling naar het belasten van daadwerkelijk rendement zal langer duren, maar er gloort licht aan het einde van de tunnel voor spaarders.
Enorme belastingverlagingen voor spaarders in de komende jaren
Zorgen deze veranderingen nu echt voor de grote verlichting voor spaarders? Hoe pakken de wijzigingen uit voor Nederlanders met verschillende vermogens? In de onderstaande tabel zie je in één oogopslag wat je de komende jaren te wachten staat.
Spaarders die niet beleggen, zonder fiscale partner | 2020 | 2022 | 2023* | 2025** |
€ 50.000 | € 102 | € 0 | € 0 | € 0 |
€ 100.000 | € 371 | € 278 | € 112 | € 62 |
€ 150.000 | € 972 | € 944 | € 547 | € 217 |
€ 200.000 | € 1600 | € 1621 | € 1224 | € 372 |
€ 400.000 | € 4112 | € 4328 | € 3931 | € 992 |
€ 800.000 | € 9135 | € 9743 | € 9346 | € 2232 |
€ 1.000.000 | € 11.646 | € 12.450 | € 12.053 | € 2852 |
* Aangenomen dat alle overige tarieven gelijkblijven aan 2022
** Aangenomen dat alle overige tarieven en het heffingsvrij vermogen van 2023 gelijkblijven en een rendement op spaargeld van 1,00%
Spaarders die niet beleggen gaan er in de komende jaren enorm op vooruit. De verhoging van het heffingsvrij vermogen zet voor kleinere vermogens al direct zoden aan de dijk. Maar het invoeren van reëel rendement zal zelfs met een aangenomen spaarrente van 1% een groot verschil gaan maken.
Jasper werkt als freelance financieel expert voor hoogstespaarrente.eu. Met een achtergrond in sociologie en filosofie is Jasper vooral geïnteresseerd in de mensen en het systeem achter geld. Door het delen van kennis en inzichten hoopt hij lezers te helpen slimme en verstandige keuzes te maken op het gebied van sparen en beleggen, belastingen en meer.