Onze hele economie is gebaseerd op groei. Deze groei – stijging van de economische productie – gaat gepaard met hogere gemiddelde prijzen voor diensten en goederen. Deze prijsverhoging heet inflatie, en schommelt in het ideale geval tussen de 1,5 en 2 procent.
De verschillende centrale banken proberen de inflatie stabiel te houden. Met lage rentes drijven ze de inflatie en economische productie omhoog; hoge rentes beteugelen dan weer de inflatie. Vorig jaar zorgden de lage rentes van de Europese Centrale Bank (ECB) voor een hogere inflatie dan gebruikelijk.
Inflatie is gezond voor de economie, maar niet zonder problemen. We schetsen er in dit artikel drie:
Probleem van inflatie #1: Onvrede in de bevolking
Een van de problemen van inflatie draait om het bewustzijn hiervan in de bevolking. We merken allemaal dat dingen duurder worden, maar onze objectieve waarneming komt niet altijd overeen met de realiteit. Zo wordt de impact van inflatie vaak overschat. Iedereen kent dan ook de ontevreden zin, ‘Dat kostte vroeger hetzelfde, maar dan in gulden’.
Daarnaast worden de meeste Nederlanders vaker geconfronteerd met uitgaven dan met inkomsten, die de meesten van ons slechts één keer per maand zien. Zo worden de negatieve effecten van inflatie sterker waargenomen en de positieve effecten minder sterk.
Probleem van inflatie #2: Waarde van pensioenen
Normaal gesproken, en voor de meeste mensen, gaan inflatie en loonsverhogingen relatief gelijkop. Zolang je een salaris ontvangt is inflatie dus niet direct een probleem. Vooral de keldering in de waarde van spaargeld en pensioenen kan problematisch zijn.
Pensioenfondsen staan al tijden onder druk. Hierdoor kunnen de fondsen niet indexeren (inflatie bijhouden). Als een fonds niet indexeert, komt de reële koopkracht van gepensioneerden in gevaar. Ook spaargeld wordt daarnaast minder geld waard. Dit is het grote probleem van inflatie zonder spaarrente.
Probleem van inflatie #3: Te weinig geld inplannen voor later
En dit sluit direct aan op een derde probleem van inflatie. Veel Nederlanders plannen hun oudedagsvoorziening aan de hand van de huidige waarde van geld. Maar vergeten dat dit bedrag later een stuk minder waard is.
Stel je bent 45 en je wilt op je 67e met pensioen. Je wilt genoeg bij elkaar sparen om jezelf een aanvullend pensioen uit te kunnen keren van € 1500 per maand, 15 jaar lang. Hier heb je € 270.000 voor nodig (15 jaar * 12 maanden * € 1500). Maar, als we uitgaan van een inflatie van 2%…
Is deze € 1500 in reële koopkracht, op je 67e, nog maar € 970 waard. Op je 82e zelfs nog maar € 721. Je moet dus bijna het dubbele bij elkaar sparen om jezelf ‘hetzelfde’ bedrag uit te kunnen keren.
Hoe voorkom je deze problemen?
Een van de eenvoudigste manieren om het probleem van ‘inflatie-op-inflatie’ op te vangen is met een goed rendement. Dit kun je bereiken door te beleggen, maar beleggen is riskant, niet voor iedereen weggelegd en al helemaal niet bedoeld voor bijvoorbeeld je financiële buffer.
Zorg daarom dus ook altijd voor een goede spaarrente. In Nederland vind je die niet meer, maar je kunt bijvoorbeeld wel terecht bij een bank in het buitenland.
Jasper werkt als freelance financieel expert voor hoogstespaarrente.eu. Met een achtergrond in sociologie en filosofie is Jasper vooral geïnteresseerd in de mensen en het systeem achter geld. Door het delen van kennis en inzichten hoopt hij lezers te helpen slimme en verstandige keuzes te maken op het gebied van sparen en beleggen, belastingen en meer.