Misschien heb je in de afgelopen dagen wel wat opgevangen over het advies van een advocaat-generaal van de Hoge Raad. Het fictief rendement, ook wel forfaitair rendement genoemd, zou in strijd zijn met Europees recht. Deze mening werd begroet door veel Nederlanders die het forfaitair rendement als fundamenteel oneerlijk beschouwen. Wat gaat dit nu eigenlijk allemaal om?

Wat houdt fictief rendement eigenlijk in?

In Nederland is het niet belangrijk wat je met je vermogen doet. Althans, niet voor de fiscus. Aan de hand van een aanname over het rendement dat je gemiddeld zou behalen op spaargeld en beleggingen wordt een belastingvoet vastgesteld. Gemakkelijk vindt de één. Oneerlijk vindt de ander.

Vermogen van … tot … (per fiscale partner)Aangenomen spaardeelAangenomen beleggingsdeelTotale belasting
€ 0 tot € 50.650vrijgesteld vrijgesteld vrijgesteld
€ 50.650 tot € 101.30067%33%0,564%
€ 101.300 tot € 1.012.35021%79%1,354%
€ 1.012.350 en daarboven0%100%1,714%
Box 3-belasting (spaartaks) in fiscaal jaar 2022

De voordelen van een fictief rendement

Een forfaitair rendement heeft een aantal belangrijke voordelen. Allereerst is het bijzonder gemakkelijk, voor de Belastingdienst én voor mensen die aangifte moeten doen. Daarnaast gaat het fictieve rendement uit van een stabiele waardestijging. Zo word je bijvoorbeeld niet extra belast bij de verkoop van een tweede woning, maar betaal je ieder jaar belasting over een aangenomen waardestijging. Ook bij sommige beleggingen is het zinvoller om uit te gaan van een geleidelijke waardestijging.

Het grote nadeel van een fictief rendement

Maar een fictief rendement is niet altijd eerlijk. Vooral voor mensen die weinig met hun geld doen, omdat ze bijvoorbeeld niet willen beleggen. Omdat de Belastingdienst ervan uitgaat dat iedereen met een vermogen boven de vrijstelling een deel belegt, hebben voorzichtige spaarders het nakijken. Ze ontvangen geen rente, verliezen ieder jaar aan koopkracht door de inflatie en krijgen een belastingaanslag over een fictief rendement dat ze überhaupt niet kunnen behalen. Het feit dat het aangenomen rendement op spaargeld onder de nulgrens is gezakt, verandert hier niets aan. Uiteindelijk betaalt iedereen met een vermogen boven de € 50.650 (per fiscale partner) nog altijd een spaartaks in 2022.

Hoe nu verder met forfaitair rendement?

Een goede vraag, zonder eenvoudig antwoord. Duidelijk is dat de overheid ooit een beslissing zal moeten maken voor een ander model. Zoals bijvoorbeeld een directe bronbelasting bij de verkoop van aandelen of onroerend goed. Als echt blijkt dat de spaartaks die in de afgelopen jaren geheven werd niet geldig is, kan het zijn dat alle belastingaangiften ongeldig verklaard worden. Of dit wel of niet gaat gebeuren, is nog onduidelijk.

Het demissionair kabinet waagde zich op de vorige Prinsjesdag niet aan ingrijpende hervormingen. Ook eerdere pogingen verzanden uiteindelijk in niets. Het is aan het volgende kabinet om een beslissing te maken. Duidelijk is dat de Hoge Raad extra druk heeft gezet op de volgende beleidsmakers. Met een heldere boodschap: ‘Het is niet aan het kabinet om te vertellen wat mensen met hun geld moeten doen’.