
Fictief/forfaitair rendement in Box 3
Je loonstrookje geeft duidelijk aan hoeveel geld je vorig jaar verdiend hebt. Dit bedrag hoef je enkel nog op te geven bij je belastingaangifte, in Box 1, en iedere euro wordt meegenomen bij het berekenen van de belasting. In Box 3 maakt het niets uit hoeveel geld je verdiend hebt met je vermogen. Waarom is dit zo?
Het fictieve rendement is omstreden in Nederland. Sommigen zien het als een praktische vereenvoudiging van belastingheffing op vermogen. Anderen vinden het maar oneerlijk dat je altijd belasting betaalt, onafhankelijk van het rendement. Vooral nu je vrijwel geen rente meer ontvangt op je spaargeld.
Hoog tijd om eens een blik te werpen op het fictieve rendement. We geven je tekst en uitleg over het forfaitaire rendement. Aan de hand van de volgende vragen:
Wat is fictief/forfaitair rendement? Betekenis en definitie
Het forfaitair of fictief rendement houdt in dat de Belastingdienst een aanname maakt over de winst die je behaalt met je vermogen. Deze aanname is voor iedereen hetzelfde. Je vermogen wordt opgesplitst in twee categorieën – spaargeld en beleggingen – en voor beide categorieën geldt een ander aangenomen rendement. Over dit rendement betaal je belasting.
Het maakt helemaal niets uit wat je uiteindelijk met je geld doet. De Belastingdienst acht het aannemelijk dat je een bepaald deel van je geld op bank-, spaar- en depositorekeningen opzijzet. Voor het andere deel gaat de Belastingdienst er vanuit dat je het belegt. Omdat je met beleggen gemiddeld een hoger rendement behaalt, betaal je over dit deel meer belasting.
Iedereen betaalt dezelfde belasting. Hiervoor wordt de ‘grondslag sparen en beleggen’ gehanteerd. Dit is het vermogen minus de vrijstelling en minus de schulden die boven de schuldendrempel uitvallen. Of je nu modaal of drie ton verdient in Box 1 – mensen met dezelfde grondslag betalen precies evenveel belasting.
Waarom hebben we een fictief/forfaitair rendement?
Voor het fiscale jaar 2022 heeft het kabinet kleine veranderingen aangekondigd. Zo wordt onder meer de vrijstelling
Anders dan bij inkomsten, is het voor de Belastingdienst – en ook voor jou – moeilijk te achterhalen hoeveel winst je nu eigenlijk behaalt met je vermogen. Je zou zonder fictief rendement alle verschillende spaarrekeningen, depositorekeningen, beleggingen, dividenduitkeringen, huurinkomsten op een tweede huis en andere vermogensinkomsten bij elkaar op moeten tellen.
Om dit alles makkelijker te maken, voor jou en voor de belastinginspectie, hoef je slechts één bedrag op te geven bij de belastingaangifte. Dit is het totale vermogen op 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet. Aan de hand van dit vermogen wordt de belastingvoet berekend. Hiervoor wordt een systeem met schijven en vrijstellingen gebruikt.
Hoe bereken ik het fictieve/forfaitaire rendement aan de hand van mijn vermogensmix?
Je hoeft het rendement op je vermogen niet zelf te berekenen, dit doet de Belastingdienst voor jou. Het enige wat je doet in Box 3, is je vermogen opgeven – zodra je boven de vrijstelling uitkomt. De Belastingdienst hanteert hierbij de volgende schijven en neemt voor iedere schijf het volgende rendement aan. Dit rendement wordt in 2021 met 31% belast.
Schijven Box 3 in 2021 | vanaf … | tot ... | Aangenomen rendement | Belastingdruk per € 100 (31% van het rendement) |
Vrijstelling | € 0 | € 50.000 | vrijgesteld | € 0 |
Schijf 1 | € 50.000 | € 100.000 | 1,898% | € 0,59 |
Schijf 2 | € 100.000 | € 1.000.000 | 4,501% | € 1,395 |
Schijf 3 | € 1.000.000 | 5,69% | € 1,764 |
Heb je een fiscale partner? Dan verdubbel je de bedragen uit de eerste twee kolommen. De vrijstelling bedraagt dus € 100.000, schijf 1 loopt vanaf € 100.000 tot € 200.000, enz.
Het fictieve rendement valt laag uit voor kleinere spaarders. Als je € 100.000 aan vermogen hebt, betaal je over de eerst helft niets (vrijgesteld) en over de tweede helft slechts €294. Dat komt overeen met een bescheiden aangenomen rendement van € 949.
Wat zijn de voordelen en nadelen van fictief rendement?
Het fictieve rendement heeft één belangrijk voordeel: het is eenvoudig. Zo eenvoudig, dat het ondanks protesten en verschillende nadelen, nog steeds gehanteerd wordt. Ook helpt een fictief rendement belastingontwijking tegengaan. Rendementen die behaald worden kunnen niet verborgen worden, en vermogen zelf is doorgaans makkelijker te controleren dan rendement.
Nog een ander voordeel van fictief rendement? Denk aan de waarde van een tweede huis. De WOZ-waarde van een tweede huis wordt nu doorgaans bij het vermogen in Box 3 opgeteld. Maar wat als de WOZ-waarde van een tweede huis met 15% stijgt in een jaar? Hier heb je niets aan tot je verkoopt. Zonder fictief rendement zou je alsnog diep in de buidel moeten tasten. Het fictieve rendement zorgt voor een bescheiden belasting, onafhankelijk van de stijging.
Aan de andere kant is fictief rendement niet bepaald eerlijk. Als een belegger een rendement van 30% zou behalen in Jaar 1 en met hetzelfde vermogen een verlies van -30% zou lijden in Jaar 2, moet in beide jaren hetzelfde bedrag aan belasting betaald worden.
Hetzelfde geldt voor spaarders. De Belastingdienst erkent weliswaar dat over het spaardeel van vermogen vrijwel geen rendement meer behaald wordt (0,03%). Maar het voelt voor veel spaarders wrang dat ze bovenop een nulrente, ook nog eens ‘beloond’ worden met een belastingheffing.
De gulle vrijstelling in Box 3 ontlast kleine spaarders. Maar ook kleine beleggers, die misschien alsnog duizenden euro’s verdienen met hun spaargeld via beleggingen. Is dat eerlijk?
Het debat over fictief rendement zal nog wel even voortduren.
Fictief/forfaitair rendement – samengevat
Het fictieve of forfaitaire rendement in Box 3 houdt in dat de Belastingdienst een aanname maakt over het rendement dat je behaalt op je vermogen. Alleen het totale vermogen met aftrek van schulden op de peildatum (1 januari) bepaalt de hoogte van de belasting. Wat je met het geld doet, maakt niets uit.
Sommigen vinden het fictieve rendement gemakkelijk en zien het als een geschikt middel om belastingontwijking tegen te gaan. Anderen vinden het oneerlijk, vooral ten opzichte van spaarders.